We hebben onze zoon terug

Het is een oud telefoontje. Zo blijkt later. Niet oud in de zin van een met draaischijven, maar wel eentje die ik al eerder heb mogen aannemen. Een moeder die op zoek is naar een school voor haar zoon. Ze belde twee jaar eerder ook en toen heb ik ‘de deur’ dichtgehouden. Niet letterlijk natuurlijk, maar na een gesprek van zo’n uur kwamen we tot de conclusie dat onze school niet een oplossing zou zijn. We hadden destijds een middenbouwgroep van drie jaargroepen bij elkaar. Hij zou snel afgeleid zijn en veel aandacht nodig hebben van de leerkracht om hem tot werken te krijgen. Ouders hadden gelezen over ons pedagogisch klimaat en het belang van relatie. Ze wilden dat hun kind gezien werd voor wie hij was en niet voor het gedrag wat hij nu liet zien.

Wij konden hem die rust en aandacht niet bieden in onze combi 3/4/5.
Raar misschien, maar na het gesprek achtten we samen de kans van slagen m.b.t. deze overstap te klein. Deze jongen had een succeservaring nodig en een plek waar hij echt gezien werd en zichzelf weer kon zijn. Er was te veel investering nodig van de leerkracht die haar aandacht en instructie al over drie jaargroepen moest verdelen. Met pijn in mijn buik had ik na het gesprek aan mijn bureau gezeten. Maar ik moeder wel een tweetal scholen aanbevolen, klein en overzichtelijk en ook hard aan het werk om een goed pedagogisch klimaat uit te werken. Ik hoopte dat ze daar vond wat ze zocht.

En nu zo’n twee jaar later, opnieuw dezelfde ouder, maar inmiddels op onze groeischool andere omstandigheden. Een kleine groep 5/6 en twee ervaren leerkrachten. Een goede groep, een fijne dynamiek, een rustige groep. Wel een flink aantal kinderen die wat extra begeleiding nodig hadden, maar dat kon ook. De vraag hetzelfde en het antwoord zou ondanks de twijfel anders zijn. En toch is het elke keer weer een risico. Wat voor invloed heeft de zijinstromer van een andere school op de groep. Een besluit dat ik nooit alleen neem, maar altijd in samenspraak met de intern begeleider en de leerkrachten. Kunnen we dit, willen we dit en achten we de kans van slagen groot? Een overstap van een andere school heeft voor een kind zoveel impact dat het moet lukken.

De jongen ligt nog steeds niet goed in de groep en vindt het onderwijs op zijn school saai. Hij gaat niet graag naar school en eenmaal op school toont hij oppositioneel gedrag naar de leerkracht en medeleerlingen. Zelfs op de plaatselijke voetbalclub is het fout gelopen en heeft hij een tegenstander op zijn gezicht geslagen. De huidige school heeft een time-out plek en moeder wordt dikwijls verzocht naar school te komen om de knul te kalmeren en vervolgens mee naar huis te nemen. Ouders zijn overtuigd dat een start elders de oplossing gaat zijn. Het zit niet in de jongen, maar het zit in de groep. Hij voelt zich er niet gezien en niet veilig. “Er zitten teveel ‘haantjes’ bij elkaar en die zitten ook weer samen op de plaatselijke voetbalclub en wonen in dezelfde straat van het kleine naburige dorp. Alles wat er op school gebeurt, wordt op een ander moment weer uitgevochten. Verbaal, maar ook lichamelijk.” Het niet voor elkaar onder willen doen, eist zijn tol bij hun zoon. Moeder is zeker ook open over zijn niet te accepteren gedrag en legt de schuld niet bij de ander. Dat siert haar, niet vinger wijzen en ook hand in eigen boezem.

Ik hoor het verhaal aan, stel vragen en beloof na het vertellen van alle beperkingen van een kleine school, zoals geen achterwacht, geen time-out plek, geen onderwijsassistenten en een directie en Ib-er maar beperkt aanwezig, om contact te zoeken met de huidige school. Ik bedank haar voor haar openheid en geef duidelijk aan dat een besluit pas na afwegingen en overleg genomen zal worden.

Het duurt even voor ik iemand aan de telefoon heb die me wat meer kan vertellen over Thijs. Het verhaal van moeder klopt, hoewel school wel denkt dat er meer aan de hand is. De grootste verrassing is dat hij inmiddels al een paar weken een thuiszitter is. Hij is niet meer welkom op school. Er wordt verteld wat de reden is geweest en ondanks dat ik hier ook wat van vind, voel ik boosheid bij me opkomen. Waarom wist ik dit niet van moeder? De openheid over de gedragingen van haar zoon waren oprecht, maar waarom dit detail achterwege laten? Het moment van boosheid maakt plaats voor compassie, maar ook voor teleurstelling. Teleurstelling over het feit dat ouders dit niet hebben durven te vertellen. Ook weer begrijpelijk wetende dat plaatsing vanuit een thuissituatie op een andere school altijd heftiger en moeilijker is. Vele deuren van scholen waar contact meer wordt gezocht, worden meteen dichtgedaan.

Ik doe, zoals ik heb beloofd. Ik bespreek de wens tot aanmelding met mijn team. Alle mitsen en maren worden op een rij gezet en afgewogen. Ik mail ouders, toch enigszins geïrriteerd over het feit dat er voor mij informatie achter is gehouden. Alsof ze naast hun mailbox zitten, gaat meteen nadat ik op de verzendknop heb gedrukt, mijn telefoon. De moeder van Thijs, huilend. Ze biedt verschillende malen haar excuses aan, angst heeft haar gedreven tot deze informatie beperking. Bang om meteen afgewezen te worden. Natuurlijk wist ze dat we ‘het’ te horen kregen bij het inwinnen van informatie. Ze wilde de kans krijgen om eerst haar verhaal te doen. We praten even verder, ik aanvaard haar excuses en vraag haar of er nog meer is dat ze me moet vertellen. Ze benadrukt dat alles is gezegd en hoopt dat we haar zoon een kans geven. Ik besluit haar meteen maar te vertellen dat Thijs welkom is. Dat we ervan uit gaan dat we samen zullen optrekken om de overstap een succes te laten zijn.

Er zal echt een hoop anders zijn. Een ander type onderwijs, een andere aanpak, andere afspraken en leerkrachten, maar plaatsing in een fijne groep waar hij zich niet op een negatieve manier hoeft te laten gelden. “Wij weten het ook niet altijd en zullen dus ook fouten maken of dingen anders doen en moeten aanpassen. Vertrouwen en samenwerken is het uitgangspunt.” besluit ik.

Het is zomervakantie als Thijs inmiddels een half jaar op school zit. Zijn plaatsing is eigenlijk soepel verlopen. Een leuke jongen met wat faalangst die de neiging heeft om zichzelf op te blazen als het niet meteen lukt. Met name de eerste weken was dit iets dat wat meer aandacht vroeg. Nu niet meer. Het gaat prima, Thijs gaat graag naar school en ouders zijn zo blij met ons. Moeder komt een pakje brengen met een kaartje erbij;

“Bedankt voor de kans die jullie onze zoon hebben gegeven. Voor de eerlijkheid en openheid van jullie beperkingen. We hebben onze zoon terug. Fijne vakantie.”

Karin Donkers

2 gedachten over “We hebben onze zoon terug”

  1. Heel erg mooi om te lezen Karin. Een kans gegeven door te kijken naar wat het kind nodig heeft, in samenspraak met de ouders (in dit geval moeder). Dat is hoe het zou moeten gaan en niet bij voorbaat de deur al dichtgooien. Dik verdiend dat presentje van moeder 😉

Laat een antwoord achter aan Jozet Niehof Reactie annuleren

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.