In groep 2/3 zat ze, toen ze voor het eerst haar boze buien liet zien. Niet dat ze eerder geen temperament had laten zien, integendeel. Maar de manier waarop het hier naar buiten kwam was voor mij ongekend. Het lieve, gehoorzame, brave meisje wat altijd huppelend de klas uit kwam was veranderd in een ongeleid projectiel waarvan ik niet wist wie ze was, wat ze was en hoe ik met haar om moest gaan. Dus ik handelde zoals ik ook zou hebben gehandeld bij elke andere boze bui van haar zussen: “Je kunt nu meekomen of mama gaat naar huis.”
Het aantal blauwe schenen wat ik heb gekregen zijn niet te tellen en we wisten maar geen oorzaak. De ene helft van de week ging het top, de andere helft van de week was het flop. Was het de juf? Was het de drukte in de klas? Wij lieten van alles door ons hoofd gaan.
Van groep 2 ging ze naar groep 3 enz. En hoewel het op school supergoed ging en ze leerde enorm voortvarend, waren er thuis toch wel wat problemen met haar gedrag. Wij gingen ons voorzichtig afvragen of het soms ADHD kon zijn? Of het aan ons lag? Of het aan onze opvoedskills lag? Naja, je gaat eigenlijk gewoon gigantisch aan jezelf twijfelen en eigenlijk aan de hele wereld.
In groep 4 aangekomen kwam er eigenlijk wel een dieptepunt. Na een half jaar stond ik in de ochtend met haar te vechten, omdat ze simpelweg niet meer naar school wilde. Dus sleepte ik haar naar school, ging in gesprek met de juf en ging weer naar huis. Dit herhaalde zich tig keer en zo gingen we verder.
Inmiddels was er her en der wat hulp ingeschakeld, niet specifiek op de jongste van ons gezin, maar ze keken wel mee met haar en het woord “hoogbegaafdheid” viel zo nu en dan. Mijn man en ik hebben elkaar menig keer meewarig aangekeken. Hoezo hoogbegaafd? Dat zijn toch gewoon hele slimme kinderen? Toch geen kinderen die kasten slopen en hun moeder blauwe plekken schoppen?
Na een gesprek op school van de gezinscoach, school en een pedagoge werd er een ambulant begeleider ingeschakeld op school met ingang van het nieuwe schooljaar. Zij zou met de jongedame gaan werken om haar te leren leren, want dat was iets wat voor haar erg lastig was, aangezien alles super-easy was, aldus de jongedame zelf. Dus met goede hoop richting het nieuwe schooljaar gingen we van start. Groep 5.
Groep 5… Een begeleidster die met haar ging werken, de gezinscoach die met haar af en toe één-op-één gesprekjes voerde. Maar het ging van kwaad tot erger. De gevechten om haar op school te krijgen werden groter en intensiever. Moeilijker en ze werd bozer en bozer. Tot het punt waarop wij het bijna opgaven. Dán maar niet meer naar school. Zó hoeft het écht niet meer! We dwingen ons kind niet! We werden er zo enorm verdrietig van, elke ochtend het gevecht aan te moeten gaan, omdat ze niet wilde.
Het hoge woord kwam eruit. Ze wilde niet naar school, want school was zo saai, het was zo simpel en makkelijk en eigenlijk vond ze er gewoon helemaal niks meer aan. Ze was veel liever thuis, dan kon ze zelf nog wat uitdaging zoeken.
En toen werd de deur van de ballenbak opengetrokken. En misschien was dat wel teveel in een keer, want er werd zo hard geprobeerd om haar uitdaging aan te bieden, maar alles wat er werd geprobeerd hielp allemaal maar zo kort. Telkens een dag of 2, max 3, dat ze er profijt van had. Een dag of 2 a 3 dat we een vrolijke en blije dochter hadden die zin had in school en blij uit school kwam. Die niet ’s avonds na het eten alweer ontplofte.
Nu zitten we in de carnavalsvakantie en het meest recente plan is dat ze na de carnavalsvakantie opnieuw nieuwe uitdaging krijgt. Groep 6 en groep 7 stof. Random aangeboden. Tot het punt waar ze het te moeilijk gaat vinden. Zo dat haar hoofd aan gaat, maar stilstaat van “onzinnige” gedachten. Zodat ze het leren weer leuk gaat vinden en niet ontzettend makkelijk. Als blijkt dat de stof van groep 7 toch ook nog te makkelijk is, dan moet er weer verder gekeken worden.
Dít is het huidige plan van school. Daarnaast komt ze tweewekelijks bij een organisatie voor kinderen met hoogbegaafdheid. Op vrijdag in een groep met allemaal kinderen die hoogbegaafd zijn en één keer per week individueel en dan werkt de begeleider met haar aan individuele taken op het vlak van didactiek.
Daarnaast is er nu een IQ-test aangevraagd zodat we duidelijkheid krijgen waar ze nu daadwerkelijk zit en we dus ook helder krijgen of ze nog wel op haar plek zit op haar huidige basisschool en we niet beter kunnen kijken naar een voltijds-HB-school.
Toekomst, ik weet het. Maar als blijkt dat dat nodig is voor haar, dan rest ons niks anders, want waar we nu in zitten is helemaal niks. Niet voor haar, niet voor ons als ouders, niet voor haar zussen, maar ook school weet zich werkelijk geen raad. En ze doen echt hun best, maar ze zijn aan het zwemmen zonder zwembandjes. Net als wij.
Denk je alles te hebben gehad, krijgen we onze slimme stuiterbal 😉
Samantha