Kun je even meelopen

Zoals de afgelopen jaren gebruikelijk, teken ik aan het einde van het jaar een onderwijsmoment op. Juist zo’n decembermaand geeft ruimte voor bezinning. Reflectie. Vorig jaar moest ik helaas verstek laten gaan. Of ja, moest is misschien wel wat zwaar aangezet. Toch had ik een jaar eerder niet de mentale ruimte om mijn onderwijsmoment woorden te geven. Er zou te veel emotie in mijn schrijven hebben gezeten. Dus neem ik in mijn onderwijsmoment nu het vorige jaar maar even mee als inleiding… 

Want er is namelijk nogal wat gebeurd. 

Dan doel ik niet op de prachtige reis naar Reggio Emilia met het toenmalige team. Een reis waarin inspiratie werd opgedaan om de school inhoudelijk door te ontwikkelen. To educate is tenslotte to explore! Maar toenmalig…omdat ik dit jaar van school heb moeten veranderen!? 

Hier is de moet wél op zijn plek! Vanuit hogerhand werd middels een ‘sterke advies’ een opmaat gemaakt naar de verandering: moeten stoppen op de school die in mijn hart zit. In mijn hart omdat we hele mooie dingen hebben gedaan! Een sterk advies, maar wilde ik wel weg? 

Er gaat een schok door mij heen als het advies in de lange, eerste openingszin het uitroepteken inleiden. Ik heb het niet vaak meegemaakt dat ik, al was het maar voor een fractie van een seconde, niet wist wat te zeggen. Flabbergasted zou een passend woord zijn. Passend bij dit moment, waarin ik samen met hen in een door glazen wanden omringde gespreksruimte zit. Met mijn gezicht zit ik naar het glas en de doorloop toe. Ik voel me, zonder dat er iemand langsloopt, bekeken. Iedereen zou tenslotte in het voorbijgaan zomaar mijn weggetrokken gezicht kunnen aanschouwen. 

Of had ik dat gehoopt, dat iemand mij zou zien? Dat ze dan naar binnen zouden stormen en even verbaasd zouden vragen wat er in hemelsnaam met mij aan de hand is!? De vier aanwezige ogen kijken mij wel indringend aan. Ze lijken om een reactie te schreeuwen, maar mijn lippen blijven voor even op elkaar. Het sterke advies was uitgesproken en het enige wat ik mij kon bedenken was: Huh!? Hoe dan!? Heb ik iets over het hoofd gezien!? Wat heb ik gemist!? 

Voor even zit ik in een soort van suspensie. Een parallelle wereld waar ineens een lege ruimte ontstaat tussen de vier jaar aan een inclusieve school bouwen én de worsteling het afgelopen schooljaar. Mijn laatste schooljaar dus… 

Het liefst zou ik een soort van zwart gat onder mij wensen om een vrije val in te zetten. Even weg van hier. Weg om terug te gaan in de tijd. Terug om de strijd en het gebrek aan broederschap achter mij te kunnen laten. 

Door kou en kilte omringd denk ik een flits terug aan de woorden die ik een maand voor dit gesprek heb opgetekend. Woorden in een brief aan mijn meerderen. De brief waarin ik schrijf over dat ik mijzelf het eerste halve schooljaar van ‘22-‘23 stuurloos heb gevoeld. Alleen. Niet gesteund en niet verstaan. Woorden die duidelijk maken dat de nieuwe schoolontwikkelingen: “…niet (meer) passend zijn bij mij als mens, en niet (meer) aansluiten bij mijn moreel kompas als professional.” 

Ook deel ik dat het een weerslag heeft op mijn handelen. Want daar waar twijfel voorheen nog mijn sterkste punt was, heb ik vorig schooljaar de donkere kant van onzekerheid mogen ervaren. De donkere kant van een gebrek aan geloof in eigen kunnen. 

Dat maakt dat ik enorm aan mijzelf ben gaan twijfelen, en werd met de week achterdochtiger. In stilte, onzichtbaar en alleen in gesprek met een kleine kring aan vertrouwelingen, was de brief mijn eerste wapenfeit. Om een stem te geven aan wat ik heb ervaren en heb zien gebeuren. Om vast te houden aan mijn verlangen voor inclusief onderwijs, wat mij exclusie heeft opgeleverd. 

Waar vasthouden aan mijn verlangen mij steeds weer sterker heeft gemaakt, werd het nu loslaten dat mij sterkte. Het heeft dit laatste half schooljaar geduurd om weer te leren omgaan met onzekerheid. Om mijzelf weer te hechten aan andere, nieuwe mensen. Om te leren van alle voorgaande ervaringen. Om het vorige schooljaar in perspectief te plaatsen. Van een schuldgevoel over waar ik eerder mensen in vertrouwen had moeten nemen, via schaamte dat ik over eigen grenzen ben gegaan tot de angst voor het oordeel van anderen om de niet kloppende verhalen die nog steeds rondzingen. 

Het is daarom dit onderwijsmoment van 2023 die mijn twijfel en het gebrek aan geloof in eigen kunnen resoluut van tafel heeft geveegd. Het is de uitgebreide inleiding die mij heeft doen laten beseffen dat blijven staan waarvoor ik sta, mijn essentie is van waarom ik de dingen doe die ik doe! En dat het verstaan van deze essentie voor verbinding zorgt. Vertrouwen in mijzelf. Vertrouwen in het nut mijn intuïtie. 

Het sterke advies om te stoppen op de school die in mijn hart zit, heb ik ter harte genomen. Uiteraard met pijn in datzelfde hart. Van groot verdriet tot kleine herinneringen te eren, van complexe processen naar de simpele werkelijkheid: Want wat nu? Waar gaat mijn onderwijstoekomst verder? 

Nog voor de zomervakantie nodigt de directeur van een voor mij nieuwe school, mij uit voor een ‘klikgesprek’. Ik ben enthousiast, want de directeur voldoet wel aan één van de voor mij existentiële onderwijscriteria: Oog voor het kind, de leraar en het onderwijs én de verhalen die daarbij horen! Mijn enthousiasme groeit als de directeur de blik op de toekomst richt: 

Ik wil niets met de voorgeschiedenis te maken hebben, ik wil vooruitkijken!” 

De zo gemiste toon is gezet en de directeur vervolgt: “Dit is de visie, en dat betekent dat we daar naartoe gaan… Dit is de huidige situatie, dit de gewenste situatie en ik heb jou voor hiervoor nodig!” 

Ik kan niet anders dan ‘ja’ zeggen op het aanbod. Ja, op waar de directeur mij nodig heeft. Terug naar wat ik het allerliefste doe: de groepen in. In het hart van de pedagogiek de relatie met kinderen en het didactisch handelen van leraren samen met hen versterken. Ik mag het afgelopen schooljaar dus écht gaan loslaten, en tegelijkertijd de ervaringen meenemen. 

De eerste week van het schooljaar vliegt voorbij. En spannend was het. Denk aan het in contact zijn met de nieuwe collega’s, of erachter komen waarom hier op school de dingen worden gedaan zoals ze worden gedaan. Spannend omdat ik mezelf weer mag zijn. Er wordt verwacht dat ik vanuit enthousiasme en zelfvertrouwen interventies inzet. Er wordt verwacht dat ik weer vragen stel die als constructief worden ervaren. En ik mag weer genieten van de groei van kinderen, zij die voor mij allemaal nog nieuw zijn. 

Op vrijdag, de laatste dag van de eerste week, stapt de directeur tegen de middag de school binnen. Met herkenbare pas loopt de directeur al slalommend en groetend langs de werkende kinderen in de gezamenlijke ruimte. Bij de één blijft het bij een groet, bij de ander wordt even stilgestaan en wordt geholpen. Vervolgens loopt de directeur de koffiekamer binnen en ziet mij staan. Met het wachten totdat het koffiekopje gevuld is, en zonder dat ik woordelijk gegroet ben wordt een vraag gesteld waarbij de verwachting duidelijk is: 

Kun je even meelopen!?” 

Ik schrik van mijn eigen reactie! Ik voel mezelf warm worden. Zou er iets aan de hand zijn? Is het de vraag, die eigenlijk geen vraag is? Of zijn het mijn argwanende gedachten: Wat heb ik verkeerd gedaan? Gaat het hele feest niet door en moet ik weer iets anders zoeken? Zijn het dan toch de verhalen die de directeur ter ore zijn gekomen? Aaargh, wat zou het zijn? Mijn gedachten schieten alle kanten op. Of nou ja, slechts de negatieve en onzekere kanten op. 

We lopen naar het kantoor. Wanneer de directeur, nog met jas aan wat onderuitgezakt gaat zitten, wordt er opnieuw een vraag gesteld: “Zo, je bent nu een week hier! Hoe gaat het met je en hoe bevalt het?” 

De oprechte interesse is voelbaar en ik moet even schakelen. Ik ga verrast voorover zitten en ben opnieuw flabbergasted. Ja, hoe bevalt het…? Ik besef dat ik stil ben. Even geen woorden heb. Dit keer niet door een zwart gat, verbazing of gevoel van onbegrip. Dit keer vanuit een even oprechte opluchting. Ik voel dat ik hier ‘op mijn qui vive’ écht mag loslaten. Sterker, ik mag delen hoe het bevalt. Wat mij opvalt. En het antwoord laat zich raden: Goed! Gevolgd door een legitimering van ervaringen. Goed, behalve dan mijn eerste gedachten na de ‘kun je even meelopen’, maar ook dat mag gedeeld worden. 

Dat maakt dat ik dankbaar ben. Dankbaar ben ik voor de mogelijkheid die mij is geboden door deze directeur. Even dankbaar voor de vraag die wordt gesteld. Omdat ik pas hier en dankzij deze vraag besef dat het precies dít is wat ik heb gemist: tijd maken voor elkaar, beschouwen, afstemmen, elkaar leren kennen en het samen delen van de passie voor sterk onderwijs! 

En of ik even kan meelopen. 
Oplopen ook trouwens! 

Ronald Heidanus

5 gedachten over “Kun je even meelopen”

  1. Wat schrijf jij de mooie waardes op, die zo belangrijk zijn! Een fijn plekje heb je verdient, op naar nieuwe kansen.

  2. Wow Ronald… herkenbaar dit… ik ben er stil van… zo dankbaar en blij dat ik, op een andere manier, met jou mag oplopen… jij bent en blijft een mooi mens.

  3. Wat een kracht blijkt er uit dit onderwijsmoment! Wat gun ik het je enorm dat jij jezelf kunt zijn op een plek waar jij enorm van dienst kunt zijn met al jouw kennis, kunde en mens-zijn! Ik kijk uit naar het onderwijsmoment van volgend jaar!

  4. Ronald, dank voor het delen van jouw onderwijsmoment 2023 en dat ik daar een rol in heb mogen spelen. Als montessori-directeur/ mens, zijn jouw bewoordingen een voorwaarde om SAMEN met elkaar het beste uit ons zelf te halen voor de ontwikkeling van het individu. Even tijd maken, begrip tonen, een “lesje” geven daar waar nodig, vooruit kijken. Dat is voor mij ontwikkelen. (Relatie gaat voor prestatie) Laten we samen met elkaar er in 2024 een mooi jaar van te gaan maken voor de kinderen, collega’s, ouders, en ons zelf daarbij niet vergeten. Suc-6 collega !!!!

Laat een reactie achter

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.